Getuigenis Dr. Katia Flores

Mijn plannen waren anders, ik wilde me specialiseren in klinische psychologie, maar ik nam de uitdaging aan om te weten hoe het was om met kinderen te werken en vooral met die bedlegerige engeltjes. 

Ik werk al 25 jaar met de “Missionarissen Dienaars der Armen”. Toen de heer José Luis (in de Beweging liefkozend “Tío Pepe” genoemd) mij voor de eerste keer het Tehuis liet zien, moet ik bekennen dat, toen ik onze kinderen zag met Hydrocefalie, Microcefalie, Cerebrale parese, Hazenlip, enz., ik was bang en zei in mezelf: -Mijn God.... Zal ik dit aan kunnen? En -we zullen zien hoe het verloopt en ik blijf tot het einde van het jaar.

De dagen gingen voorbij en ik moest veel lezen, mezelf bijscholen, onderzoek doen en cursussen volgen om mezelf te bekwamen in het werken met kinderen. Bovendien was het mooiste het begin van een verandering in mijn leven en dat van mijn gezin, ik begon God meer te kennen omdat we catecheselessen kregen, retraites hadden,  Eucharistievieringen, enz..., beetje bij beetje veranderde de zin van mijn leven. Tegelijkertijd werd mijn man gevraagd om mee te werken in het Aartsbisschoppelijk Seminarie “San Antonio Abad” in Cuzco. Elke mens , van op verschillende plaatsen, wordt door God opgeroepen om Hem beter te leren kennen en te dienen. Aan het einde van het jaar vroeg “Oom Pepe” me wat ik besloten had, en ik antwoordde onmiddellijk - IK BLIJF!

Zo begon mijn professionele leven gewijd aan het dienen van God doorheen deze Engelen. Ik heb gewerkt met zieke kinderen, ook met kinderen die geen lichamelijke problemen hadden, maar die begeleid moesten worden in hun psycho-emotionele ontwikkeling, door om te gaan met hun verschillende temperamenten en karakters, maar bovenal door hen te begrijpen. Een gebeurtenis die me altijd verrast is die van adopties. Zelfs nu nog herinner ik me de eerste adoptie die ik meemaakte: 

In 1996 adopteerde een Peruaans echtpaar een meisje van 4 jaar en het was indrukwekkend om zien hoezeer de (adoptie)moeder en het meisje op elkaar leken; ik herinner me dat ik als verlamd stond en de dame tegen me zei: - is er iets mis met haar? Ik heb haar geantwoord: - “Uw dochter is net als u”. De dame keek me aan en haar ogen vulden zich met tranen... Het was een geweldige ervaring (de eerste van de zovele in het tehuis), want bij de volgende adopties  was het bijna altijd hetzelfde.

“Ik werd verliefd op mijn werk, op mijn kinderen en ik leerde hen steeds beter kennen, begreep hen en slaagde erin met hen te communiceren.”

Vandaag zijn er veel van de kinderen die ik heb leren kennen toen ze 4 of 5 jaar oud waren, nu 29 of 30 jaar oud, velen zijn al vader of moeder, sommigen zijn zelfs religieuze zusters... Het is heerlijk om hen allemaal te ontmoeten en hun woorden van genegenheid te ontvangen: “Hoe gaat het met u, tante Katy?”  

In de loop der jaren is de Beweging gegroeid. Ik herinner me toen ik aankwam er maar drie zusters waren, maar nu zijn het er veel meer. In 1997 kwam Pater Giovanni op het idee om de Colleges op te richten en begon dit nieuwe avontuur. Vanaf het begin was het duidelijk dat we de allerarmsten wilden dienen, dus was het nodig een selectie te maken van gezinnen die aan dit profiel voldeden, een maatschappelijk werker en ik werden gevraagd deze gezinnen te bezoeken, en bij deze taak hadden we de hulp van de Heilige Geest nodig om elk geval te evalueren... Ik leerde over werkelijkheden die ik nooit eerder in mijn leven had gezien, sommige zeer pijnlijk, wat me hielp een andere kijk op het leven te krijgen en God te danken voor de gelegenheid die Hij ons gaf om een zandkorrel in dit werk te leggen.

Later gingen we helpen op de “Sint Francisco en Jacinta Marto” School die in twee groepen was verdeeld: de eerste groep van meisjes kreeg ’s ochtends les van het eerste tot het derde jaar van de lagere school; de tweede groep, van jongens, kreeg in de namiddag les. We zorgden dus voor de kinderen in hetzelfde lokaal.

Toen hielp ik ook nog in de refter, me steeds herinnerend wat Pater 

Giovanni zei “Wie leent aan de armen, leent aan God” (Spr 19, 17).

Vandaag hebben wij twee scholen en in elk daarvan kunnen wij aparte opvang bieden voor jongens en meisjes. Dank U en ik beveel me in uw gebeden aan

Er gaat niets boven hun glimlach