"Dankt de heer, want hij is Goed, zijn barmhartigheid duurt eeuwig" (ps 107)
Ik ben geboren in een dorp genaamd Ccolcaqui, Quispicanchis. Ik studeerde aan de Santa Maria Goretti school.
Graag deel ik met jullie een klein stukje van mijn leven, zodat jullie het prachtige geschenk dat de Heer mij gaf “ROEPING OM MISSIONAAR TE ZIJN” beter kunnen begrijpen.
Mijn moeder werd ernstig ziek. Toen ze terugkwam uit het ziekenhuis, was haar gezondheid niet meer wat het geweest was. Tegenover deze toestand was mijn grootste wens om geneeskunde te studeren, zodat ik mijn moeder beter kon helpen. Ik was erg gesteld op dit ideaal en hield ervan op zieke of soms dode dieren (cavia’s en kippen) te oefenen, te onderzoeken.
Op school keken we naar een video over het leven van Moeder Teresa van Calcutta en was zeer onder de indruk; op een bepaald moment dacht ik zoals zij te willen zijn: missionaris worden, de armen helpen, maar ik hechtte niet veel belang aan dit verlangen dat zo plots in mij opkwam, terwijl het verlangen om arts te worden aan het wegebben was. Mijn vader zag dit en moedigde me aan door me te voorzien van video's, boeken en dergelijke. Ik was oplettender als ik de zusters op school zag; op zondag tijdens de mis durfde ik ze niets te vragen. Mijn verlangen om missionaris te worden groeide, ik vroeg mij af: hoe word je religieuze, hoe sluit je je bij gemeenschap aan, enz. Deze vragen rezen in mij, ik denk uit onwetendheid, al zat ik op het niveau van de middelbare school.
"Met de hulp van God en Onze Lieve Vrouw kon ik intreden en ben nu bijna vijf jaar in de gemeenschap"
"Op school keken we naar een video over het leven van Moeder Teresa van Calcutta en was zeer onder de indruk"
Enkele van mijn vriendinnen waren aspirant en nieuwsgierig vroeg ik hen hoe ze ertoe gekomen waren om in te treden. Toen ze het mij vertelden, wilde ik ook aspirant worden, maar ik was bang voor mijn vader, vooral vanwege de opvliegendheid die hij vertoont als dingen niet naar zijn zin zijn. Ik wachtte het gepaste moment af om mijn wens kenbaar te maken. Maar mijn oudere zus was me vóór: zij was de eerste die besloot religieuze te worden. Ze wist niets af van mijn bekommernis. Het was moeilijk voor ons beiden, vooral het moment van de scheiding. De Heer gaf haar de kracht en ik was verbaasd over haar moed. Ik heb een jaar gewacht om mijn wens aan mijn ouders kenbaar te maken, hoewel zij mij voortdurend vroegen of ik hetzelfde verlangen had als mijn zus: "Je denkt toch niet zoals je zus, hè!”. En ik zei neen, en dat ik een groot arts wilde worden.
De zusters nodigden ons opnieuw uit om een retraite bij te wonen. Ik was bang om mijn vaders toestemming te vragen, maar de Heer hielp me. Op het moment zelf aanvaarde hij het niet, het was erg moeilijk. Maar een paar uur later belde hij me op en tekende tenslotte toch de toestemming op voorwaarde dat het de eerste en enige keer zou zijn; en opnieuw vroegen ze me of ik zoals mijn zus dacht, ik was toen erg laf, en had neen gezegd! En ik voelde me als Petrus toen hij Jezus verloochende.
Met de hulp van God en Onze Lieve Vrouw kon ik intreden en ben nu bijna vijf jaar in de gemeenschap. In oktober 2018 legde ik, met Gods genade, mijn eerste geloften af. Ik kreeg de verantwoordelijkheid over de bakkerij waar ik mijn liefde voor de eucharistie verdiepte. Ik hield de woorden van Pater Giovanni in gedachten en in mijn hart: "Zoals het deeg de hitte van de oven moet ondergaan om tot voedzaam brood te worden, zo moet ook ons leven worden ingeleid en omgevormd door het vuur van de liefde, dat Christus ons in de Eucharistie meedeelt, om gebroken brood te worden voor de armen en levende Eucharistie".
Ik besluit met deze zin uit Psalm 107: "Dankt de Heer, want Hij is goed, zijn barmhartigheid duurt eeuwig.”