Denle

Geestelijke reflectie over Heilige Maria, Moeder der Armen, model van geestelijk leven

FEB 11, 2024

P. Alois Höllwert, msp (uit Oostenrijk)

We mediteren verder over de heilige Maagd Maria als model voor ons geestelijk  leven. We beseffen dat we in Maria altijd een lichtbaken kunnen vinden om ons te leiden op het pad van de Heer. In werkelijkheid is Christus het enige model die we moeten navolgen. Maar in de heilige Maagd zien we precies de houdingen weerspiegeld die ons tot ware leerlingen van Jezus maken. Dit zijn de belangrijkste houdingen die nooit mogen ontbreken als we willen spreken van een authentiek geestelijk leven: aanbidden, luisteren in gelovige aanvaarding naar het Woord van God en in vreugdevolle dankbaarheid voor Gods geschenk.

In het vorig nummer van “Ut unum sint” zagen we hoe de heilige Maagd Maria reageerde op de aankondiging van de Aartsengel Gabriël. Zij opende de deur zodat God de mensheid kon binnentreden en deel kon nemen aan haar geschiedenis, niet alleen als God maar ook als Mens. Het Evangelie van de Aankondiging volgens Lucas doet ons nadenken over Gods ontmoeting met zijn schepsel. Er is de nederigheid van God die zich verlaagt en als een bedelaar Maria om haar ja vraagt om vlees te worden; en de nederigheid van Maria die tot uiting komt in haar volgzaamheid ten opzichte van de goddelijke boodschap, uitgedrukt in haar antwoord: “Mij geschiedde naar uw woord”. Maria verdient ten volle aanroepen te worden met de titel van Moeder der Armen, zoals wij dat gewoon zijn te doen in onze gemeenschappen van Missionarissen Dienaars der Armen (MSP), omdat zij bij het aanvaarden van een zending die haar oneindig overstijgt, die van Moeder van God te zijn, nergens anders steun kan vinden dan in haar geloof in God en in de trouw die Hij heeft getoond in de hele geschiedenis van het volk Israël, waarbij Jahweh de enige ware God is die de armen redt. Tegenover de missie die God haar toevertrouwt, kan Maria alleen maar aanvoelen dat zij de armste van alle schepselen is. Tegelijkertijd doet dit gevoel haar nog meer vertrouwen op Gods genade: die Gods gave van Zichzelf aan Haar waarbij Hij haar kiest om Zijn Moeder te zijn.

Onmiddellijk na de Aankondiging vinden we de Visitatie (Lc1, 39-56). Daarin zien wij hoe de heilige Maagd haar tijd als zwangere, van in verwachting zijn, doorbrengt. Ze sluit zichzelf niet op in haar huisje - zoals we ons misschien kunnen voorstellen, terwijl ze angstvallig “haar geheim” bewaakt – maar ze  gaat eerder op weg, “snel”, om iemand te ontmoeten die meer steun nodig heeft dan zijzelf : haar bejaarde nicht heilige Elisabeth. Deze stiptheid is het ware kenmerk van een hoge mate van naastenliefde, die in Maria zijn hoogtepunt heeft bereikt: ze kan haar nicht op dit dringende moment niet laten wachten.

 

 

We hebben hier een voorbeeld van volledig geloof als antwoord op God die ons tot een bepaalde missie roept. Het ware geloof moet hoop worden en vooral naastenliefde. Om deze reden kan Maria niets anders doen dan naar haar nicht Elizabeth te gaan, haar immense vreugde met haar te delen en haar te helpen met haar nederige dienstbaarheid in de laatste maanden vóór de geboorte van Johannes de Doper, maanden die voor de bejaarde Elizabeth, die geen kinderen hadden gehad, moeilijk moet geweest zijn. In de passage van de Aankondiging kunnen we zien dat het geestelijk leven betekent dat je aanvaardt een schepsel van God te zijn, “het werk van zijn handen”, en dat betekent dat je zijn gaven onmiddellijk vrucht moet laten dragen en ze niet moet “begraven” zoals de laatste dienaar deed in de gelijkenis van de talenten in het Evangelie(Mt 25, 14-30). De heilige Maagd Maria aanvaardde ten volle schepsel te zijn, omdat ze Gods geschenk volledig vrucht liet dragen en een boodschapster van hoop en nederige dienares van de bejaarde Elizabeth werd door haar voortreffelijke naastenliefde, in plaats van haar gedachten op haar nicht te concentreren en op het angstig nadenken over haar eigen problemen (wat moet zij tegen Jozef zeggen? wat zullen de mensen zeggen? ...).

Zo wordt Maria een instrument om genade door te geven aan anderen (alleen God geeft de genade, maar hij gebruikt zijn schepselen om die te communiceren). Op deze manier kunnen we begrijpen dat het bovennatuurlijk geestelijk leven (ontvangen in het H.Doopsel) betekent dat je aanvaardt kind van God te zijn en ten dienste staat voor Gods handelen (als een volgzaam instrument in Zijn handen).

Daarom ontvangt de heilige Maagd deze zaligspreking uit de mond van  Elisabeth: “Zalig zij die geloofd heeft, dat tot vervulling zal komen wat haar vanwege de Heer gezegd is.” (Lc 1, 45). De heilige Johannes Paulus II zegt ons dat deze zaligspreking zich over heel haar leven uitstrekt, en dat dit het geheim is :“De volheid der genade die de engel aangekondigd heeft betekent de gave van God zelf; het geloof van Maria, dat Elisabeth geprezen heeft bij het bezoek, geeft aan hoe de Maagd van Nazaret geantwoord heeft op deze gave.” (Encycliek ‘Redemptoris Mater’, nr. 12).

En Maria heft het Magnificat op, het lied dat op juiste wijze Gods handelen in de wereld erkent, ontspringend uit het hart van Haar die zich het meest heeft opengesteld voor zijn genade. Dit profetisch lied staat in de tegenwoordige tijd en is niet langer als iets toekomstigs, omdat het mysterie van de menswording van de Zoon van God in Maria plaats heeft gehad, alle beloften van de profeten werden verwezenlijkt. Heilige Maria, Moeder der Armen, leer ons getrouw ons bovennatuurlijk geestelijk leven te leiden dat voortkomt uit de genade van het doopsel en gerealiseerd wordt in trouw aan de missie die God ons in de wereld heeft toevertrouwd.